E. cuniculi (Konijn)

De parasiet

Encephalozoön cuniculi is een obligaat intracellulaire parasiet, behorend tot de schimmels. De microsporidia van E. cuniculi hebben een voorkeur voor zenuwweefsel, meningen, het oog en de nieren. In de weefsels worden granulomen gevormd. De schade aan het weefsel is vermoedelijk niet omkeerbaar.

Besmetting en weerstand

Konijnen worden al besmet in de baarmoeder, of later door het eten van voedsel wat verontreinigd is met urine van besmette konijnen. Ze scheiden de parasiet ook weer uit via de urine, soms maar enkele maanden, soms levenslang. Heel veel konijnen hebben antilichamen tegen E. cuniculi, maar worden niet ziek. Een sterk immuunapparaat is in staat om de infectie te bestrijden.

De verschijnselen

De ziekteverschijnselen zijn gerelateerd aan de plaats waar zich de granulomen bevinden. Veel geziene symptomen zijn: facialisparalyse, zwakte van één of beide achterpoten, soms van 1 voorpoot, soms tetraplegie, een toenemende verlamming van de achterhand, coördinatieverlies, een scheve kop (torticollis) of epilepsie. Wat op kan vallen is:

– het konijn kan niet meer op zijn achterpoten staan

– lopen op een sluipende manier, springen lukt niet meer

– extreme spieratrofie van de achterpoten en de rug

– veel drinken

– urine en caecotrofen besmeuren en verkleuren het gebied rond de anus

– ontstekingen in de ogen.

Afbeeldingen 6.3 6.4 6.5

6.3: Ontsteking in het oog

6.4: Scheve kop, torticollis

6.5: Een afwijkende stand van de achterhand met bevuiling door urine en ontlasting.

5De behandeling

Er zijn aanwijzingen dat een goed werkend immuunapparaat de parasiet kan elimineren (Lit. 14). Hoewel er gedacht wordt dat herstel van aangetaste weefsel niet mogelijk is, zien we in de praktijk wel verbeteringen van de functies ervan optreden. Een osteopathische ondersteuning is dan ook zeker zinvol.